Artrose betekent slijtage in een gewricht. Dit kan in alle gewrichten voorkomen, maar het vaakst in de rug, heup, knie, elleboog en schouder.

De afgelopen 5 jaar werd bekend dat een groot deel van onze katten artrose heeft. Minimaal 26% tot maximaal 90% van alle katten boven de 6 jaar hebben artrose. Bij katten van 14 jaar en ouder hebben 82% aanwijzingen voor artrose.
Wat is een gewricht?
Een gewricht bestaat meestal uit twee bot delen. De botten zijn bekleed met kraakbeen en samen met de gewrichtsvloeistof (synovia) die in het gewricht zit kunnen de botten soepel over elkaar glijden. De twee bot delen worden bij elkaar gehouden door het gewrichtskapsel en verschillende banden. Spieren die samentrekken en ontspannen rondom het gewricht zorgen voor beweging.
Wat is kraakbeen?
Kraakbeen is normaal heel glad en veerkrachtig. Kraakbeencellen (chondrocyten) maken steeds nieuw kraakbeen aan. Maar door belasting van het gewricht worden kraakbeen cellen afgebroken. Als deze balans verstoord raakt wordt het kraakbeen minder elastisch en glijdt het slecht.
Wat is artrose?
Bij de ziekte komt veel meer kijken dan alleen slijtage van het kraakbeen. Artrose is een ziekte van het hele gewricht. Naast kraakbeenverlies zijn er veranderingen in het gewrichtskapsel, dat dikker kan worden en meer bindweefsel bevat. Ook zien we nieuwe botvorming in en rondom het gewricht. Vaak zijn er ook veranderingen zichtbaar in het bot net onder het kraakbeen van het gewricht.



Ouderdom? Hoe ontstaat artrose bij de kat?
We kunnen zeggen dat ieder dier dat ouder wordt last zal krijgen van een meer of mindere mate van artrose. Dit proces heet primaire artrose (Artrose die door veroudering wordt veroorzaakt). Eigenaren van een oudere kat denken helaas vaak dat hun kat gewoon last heeft van de ‘ouderdom’. Dat is jammer, want de kat heeft pijn van het versleten gewricht. De juiste behandeling kan leiden tot pijnvrij leven.
Wordt het gewricht op een of andere manier beschadigd, bijvoorbeeld na een ongeluk of door een ontwikkelingsstoornis, dan versnelt het proces van artrose. Dan is er sprake van secundaire artrose. Voor de mens en de hond zijn er veel vormen van secundaire artrose bekend. Bij de kat blijkt dit minder duidelijk.
Oorzaken van secundaire artrose
Beschadiging
In 13-25% van de gevallen van artrose is er sprake van een kraakbeen beschadiging, dit kan komen door letsel en erfelijke afwijkingen zoals een losse knieschijf. Al deze oorzaken geven een verkeerde belasting en een beschadiging van het kraakbeen. Ook door een ontsteking kan het lichaamseigen kraakbeen niet meer als zodanig herkend worden. Het lichaam reageert hierop met een afweerreactie tegen het kraakbeen. Dit wordt reuma genoemd.
Bij de kat is de verhouding tussen een ongeluk en het ontstaan van artrose niet altijd makkelijk vast te stellen. Omdat katten vaak uit het zicht van de eigenaar zijn, is het vaak onbekend of er iets is gebeurt. Bij de hond is dat anders. Vaak gaat die naar buiten samen met zijn eigenaar en ziet de eigenaar het gebeuren.
Ziekten
Er zijn wel ziekten bekend bij de kat die aan de basis staan voor het ontstaan van (secundaire) artrose. Deze ziekten komen niet vaak voor en zullen dus dan ook niet of weinig bijdragen aan het grote aantal katten dat lijdt aan artrose. Patella luxatie, heupdysplasie (zeker bij bepaalde rassen), acromegalie, mucopolysacharidose, scottish fold osteochondroplasie, hypervitaminose A (dieet rijk aan ongekookte lever) en elleboogdysplasie bij de Burmees zijn voorbeelden van aandoeningen die artrose bij de kat veroorzaken.
Erfelijkheid
Nieuw onderzoek naar het ontstaan van artrose laat zien dat er ook een verschil lijkt te zijn in de erfelijkheid van de katten met artrose. Hoe de relatie is tussen het ontstaan van artrose en deze erfelijke verschillen wordt nog uitgebreid onderzocht.
Overgewicht
Bij de hond en de mens en vele andere zoogdieren is vastgesteld dat overgewicht een probleem is voor het ontstaan van artrose. Deze relatie is bij de kat nog niet wetenschappelijk vastgesteld. Toch mogen we wel verwachten dat overgewicht ook bij de kat een probleem is die we niet kunnen negeren.
Prognose
Het genezen van artrose is niet mogelijk omdat het gewricht al aangetast is door de slijtage. Met een goede behandeling kan de kat bijna altijd een goede kwaliteit van leven terugkrijgen. Met de behandeling wordt de slijtage afgeremd en worden de symptomen verkleint of tegen gehouden. Dit is een levenslange behandeling die vaak aan de hand van de klachten van uw kat wordt aangepast.
Pijn
De slijtage van het kraakbeen zal een ontstekingsreactie en pijn geven. Het lichaam gaat proberen de gewrichten te stabiliseren en er zal nieuw botweefsel gevormd worden in de gewrichtskapsel (kapsel dat om het gewricht zit).
Hoe herkent u artrose bij uw kat?
Het belangrijkste symptoom van artrose is pijn! Bij de kat is het vaak moeilijk om vast te stellen dat hij/zij (chronisch) pijn heeft.
Opvallend is dat katten met artrose meestal niet mank lopen (slechts in 4-17% van de gevallen). Bij de hond en de mens met artrose komt dit symptoom juist veel voor. Daardoor weten veel eigenaren van katten met artrose niet dat de kat pijn heeft.



Er zijn gelukkig een aantal symptomen die een aanwijzing geven dat de kat pijn heeft.
Verandering in gedrag:
- meer gestrest in huis. Dit kan zich uiten in tongelen (heel snel het bekje aflikken en slikken), gapen, pootje geven, meer likken, hijgen, trilling door de rug.
- angstiger.
- meer mauwen om te proberen te praten met de eigenaar.
- agressiever naar de eigenaar of andere huisdieren.
- minder goede vachtverzorging. De kat kan moeilijker bij het achterlijf komen.
Verandering in mate van beweging:
- kat springt minder goed op het bed of de vensterbank.
- minder actief, minder lang buiten, komt de tuin niet meer uit.
- gebruikt de krabpaal op een andere manier.
- minder vaak een “gek uurtje” waarbij de kat door de kamer rent of met een propje willen spelen.
- minder eetlust.
Overdreven poetsgedrag:
- als de kat zichzelf veel wast komt endorfine vrij waardoor de kat zich beter voelt. Te vergelijken met nagelbijten van de mens.
Anders reageren dan de eigenaar gewend is:
- niet geaaid willen worden.
- weinig of niet meer opgepakt willen worden.
- niet meer langs de benen strijken.
- eigenaar niet meer begroeten als deze thuis komt.
Onzindelijkheid:
- onzindelijkheid doordat het pijn doet om in de kattenbak te komen.
Herkent u een of meerdere klachten bij uw oudere kat dan is het verstandig een bezoek aan uw dierenarts te brengen.
Behandeling
Net als bij de mens en de hond zijn er ook verschillende behandelmethoden voor een kat met artrose. Van een aantal van deze behandelingen staat wetenschappelijk vast dat ze werken. Van een aantal andere wordt verwacht dat ze werken maar is er nog geen sluitend bewijs. Verder is het mogelijk met een aantal specifieke aanpassingen in de woonomgeving, het voor een kat met artrose “makkelijker te maken” om te kunnen leven met versleten gewrichten.
De gemiddelde kat met artrose is op leeftijd en dat brengt met zich mee dat hij mogelijk last krijgt van ouderdom kwaaltjes. Sommige van deze problemen worden door u als eigenaar pas opgemerkt als de ziekte in een vergevorderd stadium is. Deze ouderdom kwaaltjes kunnen soms in een vroegtijdig stadium worden vastgesteld. Laat uw kat dan ook altijd onderzoeken op nierproblemen, suikerziekte, afwijkende schildklierfunctie en een te hoge bloeddruk.
Mocht een van deze problemen bij dit routine onderzoek aan het licht komen dan heeft dit invloed op de behandeling van uw kat. Niet alleen moet er een andere behandeling gekozen worden voor de artrose maar moet ook de andere kwaal behandeld worden.
De juiste behandeling voor uw dier hangt af van de gezondheid en leeftijd van uw dier, de levenswijze, activiteit, uw eigen wensen en (financiële) mogelijkheden.
Vaak bestaat het behandelplan uit een combinatie van meerdere methoden.
Gewicht en artrose



Gewichtscontrole is erg belangrijk, zware katten belasten hun gewrichten meer dan lichte katten. Zorg voor het juiste gewicht bij uw kat. Als uw kat te zwaar is laat dan de kat eerst afvallen.
Voeding en artrose
Zorg ervoor dat haar voer omega 3 vetzuur rijk is. Deze vetzuren helpen gewrichten gezond te houden. Als u deze voeding wilt geven is het wel raadzaam om ook zachtvoer te geven en niet alleen brokvoeding. Dit omdat katten met artrose ook vaak een NSAID krijgen en dan is het belangrijk dat de kat voldoende vocht binnen krijgt. De eigenaar moet goed worden geïnformeerd omdat de werking pas merkbaar lijkt te worden wanneer de kat deze voeding 6-8 weken krijgt. Let op: naast de mogelijk positieve werking van het voer zijn er ook bijwerkingen, namelijk afvallen. Dit kan goed zijn maar te snel te veel afvallen is met voor de te dikke kat niet goed. Dit moet goed in de gaten gehouden worden door dierenarts en eigenaar. Katten moeten dan ook meerdere drinkbakjes met ‘schoon’ water hebben.
Glucosamine en Chondroitine supplementen?
Bij de kat is er in een onderzoek aangetoond dat de katten beter gaan bewegen wanneer ze een chondroitine en glucosamine rijke voeding krijgen. Zeker als dit werd vergeleken met een groep katten die dit niet kregen of die Meloxidyl (een ontstekingsremmend en pijnstillend medicijn) kregen. Waarbij gezegd moet worden dat in de Meloxidyl groep de eerste verbetering al zichtbaar was na 7-10 dagen. Bij de voedingssupplementen groep duurde dit wat langer.
Het lastige van voedingssupplementen is dat er geen dosis effectiviteit studies gedaan zijn en dus niemand weet hoeveel chondoitine of glucosamine een kat nodig heeft. Het is dus niet te zeggen welk product nu wel of niet werkt, mede omdat de kwaliteit van de producten ook nog eens verschilt.
Let op: er lijken ook nadelen aan deze stoffen te zitten. Een deel van de katten krijgt maag- darm klachten als ze deze voedingssupplementen krijgen. Hoe deze klachten ontstaan is nog onduidelijk.
Een goede artrose ondersteunende voeding kan een onderdeel zijn van het artrose behandelplan, doe dit in overleg met de dierenarts.
Beweging en artrose
De lichaamsbeweging van de kat met artrose heeft invloed op de ernst van de klachten. Maar ook op zijn gemoedstoestand. Als een kat zich goed voelt, heeft hij minder klachten.
Sommige dingen zal de kat minder goed of niet meer kunnen. Hij kan nergens meer op klimmen, moeite hebben met naar de bak gaan en hij kan zichzelf minder goed verzorgen. Hierdoor voelt de kat zich minder fijn.
Aanpassingen in de woonomgeving verbeteren vaak lichamelijke beperkingen maar kunnen ook de geest van de kat stimuleren waardoor hij minder pijn ervaart.
Opstapjes, trapjes
Voor katten is het belangrijk om de wereld vanaf een hoogte te bekijken en te beoordelen. Het ergens niet meer op kunnen klimmen is dan niet leuk voor de kat. Door de pijn te verminderen kunnen we er natuurlijk voor zorgen dat hij of zij wel op hoogte kan komen maar het is ook zeker aan te raden om opstapjes of trapjes te maken, zodat de kat toch op zijn favoriete plekken zoals de vensterbank, de kast, de bank of de schutting kan komen.



Veiligheid
Ze voelen zich het veiligst als ze in hun belangrijkste leefgebied zijn, het huis. Als de kat pijn heeft kan hij zijn huis niet meer goed verdedigen. Het is dan belangrijk dat hij zich wel helemaal veilig voelt.
Veel katten houden dan ook van verstop plekken, zoals een doos, het liefst op meerdere plekken in het huis. Een nieuwe kat als speelkameraadje bij een kat met artrose is niet verstandig. Dit zorgt voor veel stress en dus veel pijn.
Eten en drinken
Geef de kat op meerdere plekken in huis eten, het liefst op 2/3 plekken. Verander de plekken, dat stimuleert beweging. Katten worden graag uitgedaagd. Hetzelfde geldt voor waterbakjes, ook op meerdere plekken en niet naast het voer zetten; laat ze maar op zoek gaan. Het aanbieden van voerspelletjes is ook goed voor zowel de beweging en geest van de kat.
Krabpalen
Voor een kat is het gebruik van een krabpaal nodig. Een kat met veel artrose kan vaak niet meer tegen de krabpaal op staan. Het kan dus verstandig zijn de kat een plek te geven waarop hij horizontaal kan krabben. Een lage bak met dezelfde bekleding wordt al snel gezien als een andere krabplank. Er zijn ook horizontale krabpalen verkrijgbaar bij dierspeciaalzaken.



Oefentherapie
Voor de eigenaar van een kat met artrose raden we aan zeker 2-5 keer per dag enkele minuten met de kat te spelen, dat stimuleert spieren en gewrichten. Dat is goed om het lichaam soepel en sterk te houden (spieropbouw in plaats van afbraak) en het is ook goed voor de geestelijke gezondheid van de kat. Die twee hebben direct invloed op elkaar en daarom is het belangrijk om regelmatig te spelen met de kat. Naast actief spelen met de kat is het ook zinvol om de kat te stimuleren zelf te spelen, dit kan met kattenspeelgoed, vaak iets waar voedsel in verstopt zit, waardoor ze lichamelijk en geestelijk worden geprikkeld.
Vachtverzorging en aaien
Zeker voor katten die het fijn vinden is aaien een goede manier om het stressniveau te verlagen. Het aaien maakt stofjes los in de hersenen die de ervaring van pijn verminderen. Hetzelfde geldt voor vachtverzorging (als de kat het fijn vindt). Sommige katten kunnen zichzelf minder goed verzorgen omdat ze door de artrose niet overal meer bij kunnen en dan is vachtverzorging naast fijn ook nog eens functioneel.
De kattenbak
Gebruik minimaal 1 kattenbak per kat en het liefst meer. Kattenbakken zonder hoge instap zijn aan te raden. Die hoge instap is een drempel voor uw kat om naar de bak te gaan, maar voorkomt dat ze het grit niet door het huis gooien. Zorg er ook voor dat de kattenbak extra groot is zodat uw kat zich er makkelijk in kan bewegen.
Feromonen
Het is bewezen dat feromonen voor de kat een stressvrijere omgeving kunnen maken. Door stress kan de kat meer pijn hebben. Dit kan ook een onderdeel zijn van de behandeling. Feliway of Felifriend zijn allebei te krijgen als elektronische verstuivers.
Medicijnen en artrose bij de kat.
Mogelijk de belangrijkste behandeling van katten met artrose bestaat uit het geven van een pijnstiller/ontstekingsremmer, beter bekend als een NSAID. Voor mensen en honden zijn er veel verschillende NSAID’s beschikbaar en geregistreerd. Voor de kat geldt dit niet. Er zijn verschillende pijnstillers die aan de kat voorgeschreven kunnen worden.
Meloxicam wordt het meeste gebruikt. Van Meloxicam staat vast dat het goed werkt bij de kat met artrose en dat het goed verdragen wordt bij langdurig gebruik. Het is daarnaast een medicijn dat makkelijk gedoseerd kan worden omdat het vloeibaar is. Daardoor is het ook mogelijk om na het starten van de therapie de dosering langzaam te verlagen tot op het niveau dat het nog goed werkt. Uit studies blijkt dat de dosering soms kan worden verlaagd naar 1/5 van de voorgeschreven dosis.
Een andere pijnstiller die bij de kat gebruikt kan worden is Robenacoxib. Ook dit middel wordt goed verdragen en kan worden gebruikt bij de behandeling. Dit middel wordt gegeven in de vorm van een pilletje en veel katten nemen dit in zonder enige problemen.
Meloxicam en robenacoxib mogen langdurig gebruikt worden bij de kat.
Ketoprofen is een ook een pijnstiller maar geregistreerd voor het gebruik van slechts 5 dagen.
Bijwerkingen NSAID
Maagdarmproblemen
De belangrijkste bijwerkingen van Meloxicam bestaan uit problemen met de maag, darm en nieren. Als er bijwerkingen optreden door Meloxicam dan is het in 94% van de gevallen braken of diarree. Als deze klachten langer dan 2 dagen duren, wordt er aangeraden te stoppen met de medicatie. Een aantal dagen na het verdwijnen van de bijwerkingen kan er weer gestart worden met een lagere dosering. Mochten de klachten dan terug komen en de kat heeft de pijnstiller echt nodig dan is het verstandig om de Meloxicam te combineren met een maagzuurremmer of op zoek te gaan naar andere medicijnen.
Nierproblemen
Van NSAID’s (Meloxicam) is ook bekend dat het nierproblemen kan veroorzaken of kan leiden tot het sneller achteruit gaan van de nierfunctie. Meloxicam blijkt gelukkig minder schadelijk dan men zou verwachten. Gebruik het toch altijd in goed overleg met uw dierenarts. Uit onderzoek blijkt namelijk dat van de opgenomen Meloxicam 80% het lichaam verlaat via de ontlasting en 20% via de nieren. Dit betekent dat de belasting voor de nieren minder is dan bij hond en de mens. Daarnaast bleek dat het geven van Meloxicam aan katten met een iets verminderde nierfunctie geen gevolg had tot verslechterde nierfunctie, maar plotseling zelfs iets verbeterde. Hiervoor zijn 3 verklaringen:
- Katten die minder pijn hebben eten en drinken meer (zeker als ze veel zachtvoer krijgen). De positieve energie balans en normale vocht opname maakt dat de nierfunctie zich stabiliseert.
- Er wordt vermoed dat de kat zich door het geven van een pijnstiller beter voelt en minder stress heeft. Van stress staat vast dat het de nierfunctie beïnvloed.
- Als laatste reden dat katten met Meloxicam behandeling een verbetering van hun nierwaarden lieten zien is te danken aan de ontstekingsremmende functie van het medicijn. Deze eigenschap lijkt ook de ontsteking te remmen die zorgt voor nierfalen.
NSAID in combinatie met andere medicatie
NSAID’s binden zich aan bloedeiwitten. Als Meloxicam wordt gecombineerd met medicatie die dat ook doet, kan dit ernstige bijwerkingen geven. ACE remmers, of diuretica worden vaker voorgeschreven aan de oudere kat met nier- en of hartproblemen. Krijgt de kat deze medicatie, dan is het verstandig de dosering van de Meloxicam te halveren.
Andere pijnstillers dan NSAID’s
Bij de mens en de hond worden er naast ontstekingsremmers en pijnstillers als Meloxicam ook andere medicijnen voorgeschreven die de pijn onderdrukken. Voor de kat met artrose kan een deel van deze medicijnen ook gebruikt worden. Er is nog onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor de werking. Deze middelen kunnen in goed overleg met uw dierenarts wel worden voor geschreven.
Er zijn dan een aantal zaken waar rekening mee gehouden moet worden. Middelen als Tramadol en Gabapentin zijn erg vies voor de kat, het wordt dan lastig de medicatie te geven. Amantadine moet worden gebruikt in capsules om overdosering te voorkomen en Aminotryptiline blijkt bij de kat ook nogal wat bijwerkingen te hebben (zwaarder worden, lusteloosheid en minder vachtverzorging). Natuurlijk kan in sommige gevallen toch worden overgegaan naar deze medicijnen maar dat moet dan in goed overleg met de dierenarts.
We kunnen voor de kat met artrose ook overgaan naar de stoffen die qua werking lijken op morfine (butorphanol, buprenorfine, fentanyl patches). Butorphanol en buprenorfine kunnen via de mond worden gegeven.
Fysiotherapie en artrose bij de kat
“Fysiotherapie bij een kat? Je maakt zeker een grapje!” Nee, fysiotherapie is ook voor de kat een mogelijkheid om pijn te verlichten en sneller te laten herstellen van een orthopedisch probleem. Het doel is ervoor te zorgen dat uw kat helemaal kan doen wat hij/zij graag wil doen, zonder daarbij last te hebben van zijn/haar versleten gewrichten. Bij slijtage geldt namelijk: “niet bewegen is sneller achteruit gaan”.
Fysiotherapie voor de kat vraagt om een andere aanpak dan bij honden. Er wordt rekening gehouden met hun koppigheid en ook met het feit dat ze niet graag vastgehouden worden. Bovendien zijn veel katten het al snel ‘zat’.
Bij fysiotherapie wordt er geprobeerd zoveel mogelijk in een korte tijd te doen. Belangrijk is hierbij dat er niet over de grens van de kat heen gegaan wordt. Sommige katten vinden bepaalde behandelingen niet fijn, dan is het verstandig om deze niet te doen.
De fysiotherapeut kan, samen met u, uw kat masseren en apparaten als laser en TENS gebruiken. Een van de belangrijkste behandelvormen is het gebruik maken van de natuurlijke speelsheid en het jachtgedrag. Door de kat uit te lokken om bepaalde bewegingen uit te voeren in het spel, zal de kat op die manier zelf enkele gewrichten, spieren en banden trainen. Daarnaast vinden ze het vaak ook leuk.
Corticosteroïden en artrose bij de kat
Corticosteroïden in het gewricht kunnen de ontstekingsreactie in het gewricht remmen. Bij de kat is het vaak lastig vast te stellen in welk gewricht de artrose zit. Deze behandeling met gewrichtsinjecties is alleen mogelijk als de dierenarts zeker weet dat een bepaald gewricht de oorzaak is van de klachten.
De pijn door artrose is moeilijk te herkennen omdat katten bijna nooit kreupelheid laten zien. Ook is het herkennen van artrose in de gewrichten van katten op röntgenfoto’s lastig.
Het kan zijn dat uw dierenarts voor uw kat met artrose een injectie met corticosteroïden in het gewricht voorstelt om de ontstekingsreactie te remmen. Corticosteroïden zijn sterke ontstekingsremmers. Prednison is een voorbeeld van een corticosteroïd en niet alleen bekend om zijn werking als medicijn maar ook om de bijwerkingen. Door corticosteroïden direct in het gewricht in te brengen, zijn de bijwerkingen in de rest van het lichaam minimaal.
Corticosteroïden onderdrukken de ontstekingsreactie van het gewricht en geven vaak binnen 3 dagen een verbetering. Een corticosteroïd injectie kan op de Artrosepoli in bepaalde gevallen gecombineerd worden met een hyaluronzuur injectie. Een combinatie van deze 2 stoffen maakt het mogelijk een ernstige opvlamming van artrose klachten krachtig de kop in te drukken. Of deze behandeling moet worden herhaald, zal afhangen van de klachten en de oorzaak van de klachten. Soms wordt overwogen een 2e injectie te geven om zo langer effect te hebben. Vaker herhalen van de behandeling heeft nadelige gevolgen op het gewrichtskraakbeen en wordt daarom afgeraden.
Infectie
Corticosteroïden verminderen de weerstand in het gewricht en kunnen daarom niet gebruikt worden bij patiënten die waarschijnlijk een bacteriële infectie van het artrotische gewricht hebben. Als uw kat in de dagen na de injectie met corticosteroïden slechter gaat lopen dan is er een kans dat er een infectie zit in het gewricht. U moet dan met spoed contact opnemen met de behandelend dierenarts. Een geïnfecteerd gewricht vraagt om een geschikte behandeling, anders kan de infectie drastische gevolgen hebben voor het gewricht.
Omdat een deel van de katten (15-20%), naast direct meer klachten van hun versleten gewricht ook een infectie blijken te hebben, wordt aangeraden de gewrichtsvloeistof eerst te onderzoeken voor er een injectie met corticosteroïden wordt toegediend.
Stamceltherapie en artrose bij de kat
Met stamceltherapie is de ervaring nog beperkt. Eén van de leveranciers van stamcellen bij mens, paard en hond, meldt ook successen van stamceltherapie bij de kat.
Uit onderzoek blijkt dat stamcellen effectief vele functies vertonen die zorgen dat een dier met artrose minder klachten krijgt. Zo wordt de verslechtering van slijtage geremd. Het is nog onduidelijk of er écht nieuw kraakbeen wordt gevormd in de gewrichten.
Om te kunnen begrijpen wat stamceltherapie is moeten we terug naar het begin. Alle zoogdieren ontstaan uit het versmelten van een zaadcel en een eicel. Na die versmelting gaat de bevruchte eicel zich delen en ontstaat er een nieuw individu. In het begin bestaat zo’n individu uit een paar klompjes cellen maar in de loop van de tijd ontwikkelt zich een heel nieuw wezen met alles erop en eraan. De cellen die aan de basis van dit kleine wezentje staan zijn stamcellen.
Deze cellen kunnen, als ze op de juiste wijze worden aangemoedigd, zich ontwikkelen tot allerlei organen. Als wij helemaal zijn uitgegroeid en ontwikkeld zitten er nog steeds ongebruikte stamcellen in ons lichaam. Deze cellen kunnen, mits goed gestimuleerd, opnieuw worden geactiveerd. Daarna kunnen ze uitgroeien tot ontwikkelde cellen zoals zenuwcellen, spier- en kraakbeencellen.
Stamceltherapie maakt gebruik van zulke stamcellen. Die cellen vind je o.a. in vetweefsel en beenmerg. Met de laboratorium kennis van nu kunnen we die stamcellen selecteren en isoleren van de andere aanwezige cellen.
Onderzoek toont aan dat wanneer stamcellen samen ingespoten worden met ACP’s dat de effectiviteit toeneemt. Daarom wordt er vaak geadviseerd deze twee therapieën te combineren.
Verschillende methoden
Er wordt op 2 manieren met stamcellen gewerkt.
1. In het 1e geval halen ze stamcellen van een dier uit zijn eigen liesvet of uit buikvet. Dit gebeurt door middel van een kleine operatie. De cellen worden in het laboratorium opgekweekt of bewerkt en komen na een paar dagen terug naar de kliniek. Dan spuiten ze de stamcellen samen met een deel van het afgenomen bloed in het gewricht.
2. In het 2e geval gebruiken ze stamcellen van een ander dier van dezelfde diersoort (allogene stamcellen). Dan krijgt de kliniek van het laboratorium een buisje opgekweekte stamcellen. Inmiddels weten ze dat deze methode net zo veilig is als stamcellen gebruiken van de patiënt. Omdat de kat hiermee maar één keer onder narcose hoeft en geen extra operatie hoeft te ondergaan, is dit een groot voordeel. Ook liggen hiermee de kosten voor een allogene behandeling lager dan met eigen cellen.
Het blijkt ook verstandig om overgebleven stamcellen via een infuus in de bloedbaan in te brengen. Het idee is dat deze stamcellen in het lichaam belanden op plaatsen waar ze nodig zijn. Weefsel dat behoefte heeft aan stamcellen zendt hiervoor signalen af die stamcellen aantrekken.



Artrose en nierfalen
Stamcel therapie wordt ingezet voor verschillende ziekten. Een daarvan is nierproblemen / nierfalen. Nu blijken katten op leeftijd soms wel in 20% van de gevallen afwijkende nierwaarden in het bloed te hebben. De ene kat heeft hier meer klachten door dan de andere kat.
Artrose is dus vaak één van de ouderdomskwalen van de kat. Katten met nierfalen kunnen het lichaam minder goed zuiveren van bepaalde medicijnen. Dit blijkt ook het geval voor de vaak gebruikte medicatie zoals NSAID’s bij artrose. Deze stoffen blijken daarnaast ook nog wel eens de nierfunctie negatief te beïnvloeden.
Het kan dus een optie zijn om een kat met artrose én nierproblemen te behandelen met stamcellen. Het zou zo kunnen zijn dat de therapie beide aandoeningen stabiliseert of verbetert.
Hyaluronzuur en artrose bij de kat.
Hyaluronzuur is een glycosaminoglycaan een hoofdbestanddeel van de gewrichtsvloeistof (synova) en o.a. verantwoordelijk voor de smeerfunctie van het gewricht. Het kan water vast houden, hierdoor ontstaat een gelei. Deze gelei wordt vloeibaarder als de druk erop hoger wordt, dus als het gewricht belast wordt. Belangrijke functies van deze gelei zijn:
• Stootkussen werking in het gewricht.
• Smerende werking in het gewricht en daardoor bescherming en voeding van het kraakbeen.
De dierenarts kan dit middel op de Artrosepoli inspuiten in het gewricht, waardoor de pijn tijdelijk kan afnemen. Deze behandeling met gewrichtsinjecties is alleen mogelijk als de arts zeker weet dat een bepaald gewricht de oorzaak is van de klachten. Helaas blijkt vaak dat het niet moeilijk is om vast te stellen dat de kat last/pijn heeft maar dat het heel moeilijk is om vast te stellen welk gewricht of welke gewrichten hiervoor verantwoordelijk zijn. Het herkennen van artrose in de gewrichten van katten op röntgenfoto’s blijkt vaak lastig.
Behandeling hyaluronzuur
De gedachte is dat de gewrichtsvloeistof van artrotische gewrichten meer water bevat en dat daardoor de smerende functie van de gewrichtsvloeistof afneemt. Het gevolg hiervan is kraakbeenbeschadiging en daarmee verdere beschadiging van het gewricht. Het inspuiten van hyaluronzuur geeft tijdelijk herstel van de gewrichtsvloeistof en de functie van het stootkussen. Hyaluronzuur werkt direct ook ontstekingsremmend. Hierdoor neemt de pijn meestal gelijk af na de injectie met hyaluronzuur.
Er is vooral veel onderzoek over het gebruik van hyaluronzuur bij mensen (bij katten minder). Bij mensen en paarden is aangetoond dat het een gewricht dat erg pijnlijk is kan stabiliseren. Het effect is wisselend. De ene patiënt heeft er niets aan, de ander is voor langere tijd de klachten kwijt. Het lijkt bij mensen vooral goed te werken in gewrichten die pijnlijk (ochtend stijf) zijn en waar op de röntgenfoto’s maar minimale afwijkingen te vinden zijn voor artrose. Hoe ernstiger de afwijkingen op de röntgenfoto’s, hoe slechter het effect van een injectie met hyaluronzuur.
Het is mogelijk om hyaluronzuur injecties te combineren met een corticosteroïden injectie. Hierdoor wordt er naast een effect op de smerende functie en de stootkussen werking ook een krachtige ontstekingsremmer in het gewricht gespoten.
De dierenarts zal voor het gebruik van corticosteroïden een goede afweging moeten maken. Naast een krachtige ontstekingsremmende werking hebben deze medicijnen ook bijwerkingen. De voordelen moeten wel opwegen tegen de nadelen. Het staat vast dat door het toevoegen van de corticosteroïden aan de injectie hyaluronzuur de werkingsduur verlengd wordt. Het effect zou zelfs nog een half jaar na injectie merkbaar zijn.
ACP en artrose.
Met hulp van zogenaamd autoloog geconditioneerd plasma (ACP), ook wel plaatjesrijk plasma (PRP) genoemd, kan pijn bij artrose verminderd worden en de genezing van spieren, banden en pezen versneld worden. Het middel wordt in het gewricht, de spier of pees ingespoten. Deze gewrichtsinjecties met ACP zijn alleen mogelijk en zinvol als de dierenarts zeker weet dat een bepaald gewricht de oorzaak is van de klachten.
Hoe werken ACP’s?
Bij het herstel van een letsel vindt in het lichaam een reeks van genezingsprocessen plaats. Deze processen worden aangestuurd door o.a. groeifactoren uit bloedplaatjes die bij een letsel geactiveerd worden.
ACP wordt gemaakt van eigen bloed dat op een bijzondere manier wordt gecentrifugeerd. Tijdens de bereiding van de ACP worden zowel het aantal bloedplaatjes als de concentratie groeifactoren significant verhoogd ten opzichte van normaal bloed. Dit heeft een positieve invloed op het pijnverloop en het genezingsproces.
De behandeling
Met een speciaal ontwikkelde dubbele injectiespuit neemt de dierenarts op de Artrosepoli een kleine hoeveelheid bloed uit een ader van de hals. Dan wordt de kat onder narcose gebracht voor de behandeling. Deze narcose is voor elke kat verschillend en hangt af van de leeftijd en gezondheid van de kat. Het bloed wordt door de artrose consulent in een centrifuge gedaan. Het deel van het bloed dat bloedplaatjes bevat wordt door de centrifuge gescheiden van de rest.
De actieve bestanddelen van het bloed worden in het gewricht gespoten. Daarna geven de ingespoten bloedplaatjes op de plaats van het letsel groeifactoren af die het genezingsproces ondersteunen en de pijn verminderen. De behandeling is dan klaar; de kat mag weer wakker worden en naar huis.
Herhaal injecties en effect.
Omdat de bloedplaatjes ongeveer 7-10 dagen geschikt en actief zijn in het gewricht is het aan te raden om de injectie minimaal 1 keer te herhalen met een tussenpoos van 7 dagen. Het effect van een injectie kuur lijkt na 3 injecties het meest optimaal. Er is meer bekend over de werking van ACP bij mensen dan bij honden en katten. In de literatuur is er nog geen studie die aantoont dat ACP een effectieve behandeling is van katten met artrose.
Hoewel het bewijs nog niet geleverd is, lijkt de goede werking bij mens, paard en hond een goede reden om ACP toch actief in te gaan zetten bij katten met artrose. Er wordt zo objectief mogelijk vast gesteld of uw kat effect heeft van deze behandeling. Hiervoor wordt er gebruik gemaakt van een vragenlijst en van stappentellers. Deze apparaatjes stellen vast of de kat meer is gaan bewegen na een behandeling. De kat zal het apparaatje dan vóór de behandeling een weekje moeten dragen om een verschil aan te kunnen tonen.
ACP heeft net als stamceltherapie een meer langdurig effect op een gewricht met artrose. Hoe lang deze behandeling werkt bij de kat wordt samen met u vastgesteld.
Operatie en artrose bij de kat.
Operatief/chirurgisch zijn er verschillende opties voor de kat met artrose:
1. Gewricht vervangen
2. Het vastzetten van een gewricht
3. Een nep gewricht laten vormen
Door het vervangen, vastzetten of verwijderen van het gewricht zal de pijn die de kat heeft van het pijnlijke gewricht verdwijnen.
Gewricht vervangen
Er is voor één gewricht een prothese gemaakt en dat is voor de heup van de kat. De ervaring met deze prothese zijn vooral opgedaan in Amerika, waar deze operatie vaker is uitgevoerd. In Europa is deze techniek nog niet zo populair. Mogelijk omdat de diereigenaren en dierenartsen het probleem van artrose in de heupen nog nauwelijks kunnen herkennen en daarmee is de kans ook niet groot dat eigenaren op zoek gaan naar een operatieve behandeling.
Het vastzetten van een gewricht
Deze ingreep wordt vaak uitgevoerd bij katten. Vaak is de reden om deze operatie uit te voeren een andere dan artrose. Meestal voeren we deze techniek uit bij dieren met een ernstig letsel in het gewricht, waarbij het technisch onmogelijk is om er een goed werkend geheel van te maken. Gewrichten die vaak om die reden worden vast gezet zijn de pols en de hak. Omdat we artrose van de hak vaak aan 2 poten zien, is dit zeker een chirurgische optie die met de orthopeed overlegd kan worden.
Een nep gewricht laten vormen
Een nep gewricht blijkt in de praktijk minder pijnlijk dan het artrotisch veranderde gewricht. Eigenlijk is dit een vorm van chirurgie die alleen wordt toegepast bij het heupgewricht. Dit is vooral geschikt bij dieren onder de 15 kg. Door het lage lichaamsgewicht van de meeste katten is dit een ingreep die zeker tot pijn vermindering kan leiden.
Omdat katten vaak twee afwijkende heupen hebben betekent dit dat beide heupen een ingreep moeten ondergaan. Bij het Medisch Centrum voor Dieren is er veel ervaring met het aan twee zijden gelijktijdig uitvoeren van deze ingreep (bij epifysiolyse van de groeischijf van de heupkop). Het blijkt dat katten, die na behandeld zijn met geschikte multimodale pijnbestrijding, goed kunnen revalideren van een ingreep. Katten worden in het traject naar deze ingreep vaak al voor behandeld met fentanylpatches om zo maximale (preemptive) pijnbestrijding vooraf uit te voeren. Hierdoor herstelt de kat sneller van de ingreep. In de fase na de operatie is oefentherapie belangrijk. De kans dat de kat goed gaat bewegen is dan veel groter.
Operatie van corpora libra
Bij de kat zien ze vaak ‘corpora libra’, los liggende verkalkingen in het gewricht, vaak hoort dit bij artrose. De indruk bestaat dat het verwijderen van losse bot- en kraakbeen bolletjes tot verlichting van de pijn zal leiden. Dit is vaak ook zo, ook al zitten deze losliggende botfragmenten niet zo vaak, zo los als ze op de röntgenfoto lijken te liggen. Daarnaast zitten er vaak zelfs meerdere op verschillende plekken in één gewricht. Dat vraagt om meerdere operaties van het gewricht wat voor de kat extra belastend is. Kortom het operatief verwijderen van de los liggende verkalkingen lijkt een goed idee maar wordt in de praktijk niet vaak toegepast.